La «Zagorski puran» pâturant au grand air, la peau de la carcasse parée est de couleur blanche à jaune clair et les couches de graisse sous-cutanées sont bien visibles et de couleur jaune. La carcasse parée de la race hybride «Nicholas» a une peau pâle et claire, non pigmentée, et est quasiment dépourvue de couche de graisse sous-cutanée.
Omdat de kalkoenen in de open lucht grazen, is de huid van het schoongemaakte karkas van „Zagorski puran” bleek- tot lichtgeel van kleur en zijn de onderhuidse vetlagen van „Zagorski puran” duidelijk zichtbaar en geel van kleur, terwijl het schoongemaakte karkas van het hybride ras „Nicholas” een bleke tot lichtgekleurde huid heeft zonder pigmentatie, met weinig of geen onderhuids vet.