J’insiste sur ce point - et ceci vient s’ajouter au rapport de M. Graefe zu Baringdorf, qui est d’ailleurs entièrement lié à cette idée générale - l’alimentation des animaux, l’élevage d’animaux, la production d’animaux doivent être tels qu’ils soient non seulement adaptés à l’espèce mais également, surtout, qu’ils ne nuisent pas aux êtres humains et qu’ils ne les mettent pas en danger.
Diervoeding, het houden van dieren en de aanmaak van dierlijke producten mogen enerzijds de aard van het dier geen geweld aandoen, en anderzijds in geen geval mensen schaden of in gevaar brengen. Dit wil ik duidelijk onderstrepen, en ik zeg het ook achteraf met betrekking tot het verslag van de heer Graefe zu Baringdorf, dat volkomen met de hoofdgedachte vervlochten is.