Pour répondre à la question préjudicielle, la Cour doit par conséquent examiner la différence de traitement entre, d'une part, les Belges et les personnes étrangères visés à l'article 4, 1° à 5°, qui peuvent bénéficier de la GRAPA en raison de la seule appartenance à une des catégories énumérées, et, d'autre part, les personnes de nationalité étrangère autres que celles visées à l'article 4, 2° à 5°, qui ne peuvent bénéficier de la GRAPA qu'à la condition « qu'un droit à une pension de retraite ou de survie, en vertu d'un régime belge, soit ouvert ».
Om te antwoorden op de prejudiciële vraag dient het Hof bijgevolg het verschil in behandeling te onderzoeken tussen, enerzijds, de Belgen en de vreemdelingen die worden beoogd in artikel 4, 1° tot 5°, die het voordeel van de IGO kunnen genieten enkel omdat zij tot één van de opgesomde categorieën behoren en, anderzijds, de personen van buitenlandse nationaliteit die niet behoren tot de categorieën die in artikel 4, 2° tot 5°, worden beoogd, en die het voordeel van de IGO slechts kunnen genieten op voorwaarde dat « een recht op een rust- of overlevingspensioen krachtens een Belgische regeling werd geopend ».