Sans qu'il soit nécessaire de se prononcer sur la question de savoir si le préjudice allégué en cas d'échec de l'enfant à ces épreuves con
stitue un préjudice grave difficilement réparable au sens de l'article 20, 1°, de la loi spéciale du 6 janvier 1989, ce préjudice ne présente toutefois pas de caractère imminent qui puisse justifier une suspension, dès lors que les épreuves visées aux articles 18 à 20 du décret ne sont organisées qu'à la fin de l'année scola
ire, de sorte qu'il pourra être statué par la Cour sur le recours en ann
ulation av ...[+++]ant qu'un éventuel échec de l'enfant ne sortisse ses effets.
Zonder dat het nodig is zich uit te spreken over de vraag of het aangevoerde nadeel wanneer het kind niet slaagt voor die proeven, een moeilijk te herstellen ernstig nadeel is in de zin van artikel 20, 1°, van de bijzondere wet van 6 januari 1989, vertoont het alleszins niet het dringende karakter dat een schorsing zou kunnen verantwoorden, aangezien de in de artikelen 18 tot 20 van het decreet bedoelde proeven pas op het einde van het schooljaar plaatshebben, zodat het Hof uitspraak zal kunnen doen over het beroep tot vernietiging nog vóór het eventuele niet-slagen van het kind gevolgen heeft.