Le contribuable ne peut soumettre à la cour d'appel des griefs nouveaux que « pour autant qu'ils invoquent une contravention à la loi ou une violation de formes de procédure prescrites à peine de nullité » (CIR 1992, article 377, alinéa 2). Encore ne peut-il formuler ses nouveaux griefs que dans un délai de soixante jours (articles 378 et 381).
De belastingplichtige mag aan het hof van beroep slechts nieuwe bezwaren onderwerpen « voor zover zij een overtreding van de wet of een schending van de op straf van nietigheid voorgeschreven procedurevormen aanvoeren » (WIB 1992, artikel 377, tweede lid), en bovendien mag hij zulks slechts doen binnen een termijn van zestig dagen (artikelen 378 en 381).