M. Mahoux fait remarquer que le paradoxe est qu'en restreignant la liberté de jeu, on crée des monopoles et on renvoie les joueurs vers de grosses structures de jeu. Le projet de loi renforce ce monopole puisque seules les structures qui exploitent des jeux dans le monde réel pourront obtenir une licence pour offrir des jeux dans le monde virtuel.
De heer Mahoux merkt op dat de paradox erin schuilt dat men, door de vrijheid van spel in te perken, monopolies schept en de spelers verplicht om mee te draaien in grotere spelstructuren. Het wetsontwerp versterkt dit monopolie, aangezien alleen de structuren die ook kansspelen uitbaten in de reële wereld een vergunning kunnen krijgen om kansspelen aan te bieden in de virtuele wereld.