3. Si l'une des autorités estime qu'il existe des obstacles importants à la résolvabilité du groupe ou de l'une de ses entités, elle communique son évaluation à l'autorité de résolution au niveau du groupe dans les meilleurs délais, et en tout état de cause avant la date limite fixée en vertu de l'article 61, paragraphe 2, point g).
3. Indien een van de autoriteiten van mening is dat er wezenlijke belemmeringen zijn voor de afwikkelbaarheid van de groep of één van de entiteiten ervan, deelt zij haar beoordeling tijdig en in ieder geval binnen de termijn vermeld onder artikel 61, lid 2, onder g), aan de afwikkelingsautoriteit op groepsniveau mee.