Dans le quatrième moyen, la partie requérante expose de façon suffisamment claire qu'il est, selon elle, discriminatoire de soumettre un parti politique appartenant au groupe linguistique néerlandais à la décision d'une chambre bilingue du Conseil d'Etat, en regard d'autres catégories de personnes dont les affaires sont normalement portées devant une chambre unilingue.
In het vierde middel zet de verzoekende partij voldoende duidelijk uiteen dat het volgens haar discriminerend is een politieke partij die tot de Nederlandse taalgroep behoort, te onderwerpen aan de beoordeling door een tweetalige kamer van de Raad van State, in vergelijking tot andere categorieën van personen, waarvan de zaken normaliter voor een eentalige kamer worden gebracht.