33. encourage les États membres à mettre en œuvre des actions prioritaires en faveur des zones défavorisées et des groupes sensibles ou fragilisés (les femmes, les personnes âgées, les minorités, les personnes handicapées, les personnes de bas niveau de qualification.) en leur destinant une aide ciblée qui leur permettrait d'accéder à un niveau de connaissance satisfaisant et qui rendrait possible une affectation des ressources plus optimale;
33. spoort de lidstaten ertoe aan prioritaire acties ten uitvoer te leggen ten behoeve van minder begunstigde zones en kwetsbare groepen (vrouwen, ouderen, minderheden, gehandicapten, personen met een laag kwalificatieniveau .), door te voorzien in gerichte steun die de betrokkenen in staat stelt een bevredigend niveau van kennis te bereiken en een optimale toewijzing van de beschikbare middelen mogelijk maakt;