Le règlement de chaque wateringue doit garantir au moins le droit de vote à tout adhérité qui possède des terres d'une superficie fixée à l'article 15 de la loi du 5 juillet 1956 (les « grands adhérités »), mais les propriétaires n'ayant pas isolément droit de vote peuvent grouper leurs propriétés pour atteindre le minimum fixé par le règlement en vue d'envoyer collectivement un délégué (ayant une voix) à l'assemblée générale.
Het reglement van elke watering moet, ten minste, stemrecht waarborgen aan iedere ingelande die grond bezit van een oppervlakte zoals bepaald in artikel 15 van de wet van 5 juli 1956 (de zogenaamde « grote ingelanden »), maar eigenaars die afzonderlijk geen recht hebben op een stem, kunnen hun eigendommen groeperen tot het in het reglement vastgestelde minimum, om gezamenlijk een afgevaardigde (met één stem) naar de algemene vergadering te zenden.