A. considérant que, depuis les troubles d'avril 2014, des groupes séparatistes pro-russes ont commencé à occuper des bâtiments de l'administration publique régionale ainsi que d'autres édifices publics et ont pris part à des manifestations violentes dans le sud-est de l'Ukraine; que, dans les jours qui ont suivi, des milices armées et non identifiées ont lancé une série d'attaques coordonnées et se sont emparées de casernes et de villes dans l'est du pays, en particulier dans les régions de Lougansk et de Donetsk;
A. overwegende dat tijdens de gebeurtenissen sinds april 2014 pro-Russische separatistische groeperingen in Zuidoost-Oekraïne eerst de gebouwen van de regionale overheidsdiensten en andere openbare gebouwen hebben bezet en gewelddadige betogingen hebben georganiseerd; overwegende dat de dagen daarop goed bewapende, ongeïdentificeerde milities bij een reeks gecoördineerde aanvallen dorpen en steden in Oost-Oekraïne, en met name in de regio's Luhansk en Donetsk, militair hebben veroverd;