20. souligne que tout partenariat international en faveur du développement doit viser la population, puisque le développement durable n'est possible qu'avec un renforcement de l'autonomie de la société civile; souligne que les femmes et les minorités ou groupes vulnérables devraient être particulièrement soutenus et considérés comme des acteurs essentiels pour le développement et que la liberté d'association ainsi que la liberté et la pluralité des médias sont des conditions primordiales pour le développement et doivent être appuyées par ce type de partenariats;
20. benadrukt dat internationale partnerschappen voor ontwikkeling (schrapping) mensgericht moeten zijn, aangezien duurzame ontwikkeling alleen mogelijk is als het maatschappelijk middenveld hiertoe de mogelijkheid krijgt: vrouwen en kwetsbare of minderheidsgroepen moeten in het bijzonder worden gesteund en gewaardeerd als essentiële personen voor ontwikkeling; en dat vrijheid van vereniging en vrije en meervoudige media essentiële voorwaarden voor ontwikkeling zijn en door dergelijke partnerschappen moeten worden ondersteund;