Comme tout acte du Roi, l'octroi d'une mesure de grâce engage la responsabilité politique du ministre du département dont émane la demande de grâce, c'est-à-dire, la plupart du temps, celle du ministre de la Justice, mais parfois aussi du ministre des Finances (pour des infractions à la législation fiscale), du ministre de la Santé (pour des infractions à la législation sur les stupéfiants) ou du ministre en charge des Communications (pour des infractions au code de la route).
Zoals elke handeling van de Koning valt het toekennen van genade onder de politieke verantwoordelijkheid van de minister van het departement dat het genadeverzoek onderzocht heeft dit wil zeggen meestal de minister van Justitie maar soms ook de minister van Financiën (voor inbreuken op de fiscale wetgeving), de minister van Volksgezondheid (voor inbreuken op de wetgeving inzake verdovende middelen) of de minister van Verkeer (voor verkeersinbreuken).