15. invite les pays limitrophes que sont la Russie, l'Iran et la Turquie à apporter une contribution constructive à l'évolution pacifique dans la région sud-caucasienne; invite, particulièrement à cet égard, la Russie à honorer ses engagements de réduction de sa présence militaire, d'une part, et la Turquie à prendre les mesures adéquates, conformément à ses aspirations européennes, notamment en mettant fin au blocus décrété contre l'Arménie, d'autre part; rappelle à cet égard la position par lui prise dans sa résolution du 18 juin 1987,
où il reconnaît le génocide perpétré contre les Arméniens en 1915, et invite la Turquie à créer les
...[+++] conditions de la réconciliation; 15. roept de buurlanden Rusland, Iran en Turkije op constructief bij te dragen tot de vreedzame ontwikkeling van de Zuid-Kaukasus; doet in dit verband in het bijzonder een beroep op Rusland uitvoering te geven aan beloften zijn militaire aanwezigheid te verminderen en roept Turkije op overeenkomstig zijn Europese ambities passende stappen te zetten, met name ten aanzien van het beëindigen van de blokkade tegen Armenië; herhaalt in dit verband het standpunt in zijn resolutie van 18 juni 1987 waarin de volkerenmoord op Armeniërs in 1915 als feit wordt erkend en roept Turkije op een basis voor verzoening te creëren;