- les plantes ayant les caractéristiques semblables à celles décrites dans le niveau 2 et ayant reçu, soit un gène étranger dangereux (codant pour une toxine, par exemple), soit un virus de la classe de risque 4, soit un vecteur viral de la classe de risque 4, soit exprimant un génome viral de la classe de risque 4;
- de planten die gelijkaardige eigenschappen hebben als degene die beschreven zijn in niveau 2 en die, hetzij een gevaarlijk vreemd gen hebben gekregen (dat bij voorbeeld voor een toxine codeert), hetzij een virus van risicoklasse 4, hetzij een virale vector van risicoklasse 4, hetzij een viraal genoom van risicoklasse 4;