Le plan d'action national est centré sur les dix droits qui structuraient déjà le Rapport général : le droit à une vie familiale, à l'aide sociale, à la justice, à un revenu convenable et à un traitement digne en cas de difficultés financières, à l'emploi, à la santé, au logement, à la culture et aux loisirs, à la participation et à l'enseignement.
Het nationaal actieplan is opgehangen aan de tien rechten zoals zij in het algemeen verslag werden verwoord : het recht op een gezinsleven, maatschappelijke dienstverlening, rechtsbedeling, een menswaardig inkomen en een menswaardige behandeling in geval van financiële moeilijkheden, arbeid, gezondheid, wonen, cultuur en vrijetijdsbesteding, participatie en onderwijs.