4. a) Dans le cas d'une variété génétiquement modifiée telle que visée à l'article 4, paragraphe 4, une évaluation des risques pour l'environnement, équivalente à celle contenue dans la directive 2001/18/CE du Parlement européen et du Conseil, du 12 mars 2001, relative à la dissémination volontaire d'organismes génétiquement modifiés dans l'environnement et abrogeant la directive 90/220/CEE du Conseil*, est effectuée.
4. a) Ingeval van een genetisch gemodificeerd ras, zoals bedoeld in artikel 4, lid 4 wordt een beoordeling van het risico voor het milieu uitgevoerd overeenkomstig de beoordeling zoals vastgelegd in Richtlijn 2001/18/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 maart 2001 inzake de doelbewuste introductie van genetisch gemodificeerde organismen in het milieu en tot intrekking van Richtlijn 90/220/EEG van de Raad*.