En vertu de l’article 3, paragraphe 2, point d), et de l’article 4, paragraphe 1, point d), de la directive 98/70/CE du Parlement européen et du Conseil du 13 octobre 1998 concernant la qualité de l'essence et des carburants diesel (1), les États membres doivent veiller à ce que de l’essence sans plomb et du carburant diesel, d’une teneur maximale en soufre déterminée, soient disponibles sur leur territoire sur une base géographique judicieusement équilibrée.
Krachtens artikel 3, lid 2, onder d), en artikel 4, lid 1, onder d), van Richtlijn 98/70/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 1998 betreffende de kwaliteit van benzine en van dieselbrandstof en tot wijziging van Richtlijn 93/12/EEG van de Raad (1) moeten de lidstaten ervoor zorgen dat ongelode benzine en dieselbrandstof met een bepaald maximaal zwavelgehalte op een verantwoord evenwichtig gespreide geografische basis op hun grondgebied beschikbaar zijn.