En cas de situation d’urgence, l’autorité administrative compétente pour gérer la situation d’urgence (selon l’ampleur de la situation d’urgence, le bourgmestre, le gouverneur ou le ministre de l’Intérieur) doit décider des mesures de police administrative adéquates pour assurer la protection de la population.
Bij een noodsituatie moet de administratieve overheid die bevoegd is om de noodsituatie te beheren (naargelang de omvang van de noodsituatie: de burgemeester, de gouverneur of de minister van Binnenlandse Zaken) beslissen over de gepaste maatregelen van bestuurlijke politie om de bescherming van de bevolking te verzekeren.