Les États membres et les institutions européennes se sont rangés à ce seuil d'alerte maximale, déclenchant une série de mesures très couteuses (par exemple, 1 300 millions d'euros en Grande-Bretagne ou 990 millions d'euros en France – à comparer aux 87 millions d'euros contre la grippe saisonnière) et disproportionnées en regard de la gravité réelle – et connue ! – de cette grippe H1N1.
De lidstaten en de Europese instellingen hebben dit alarm van het hoogste niveau aanvaard, dat in sommige lidstaten tot een reeks maatregelen heeft geleid die zeer duur waren (in Groot-Brittannië worden de kosten bijvoorbeeld geraamd op 1 300 miljoen EUR en in Frankrijk op 990 miljoen EUR – tegenover de 87 miljoen EUR voor seizoensgriep) en in deze gevallen zonder verhouding met de feitelijke – en gekende – ernst van de H1N1-griep.