Par ailleurs, la Belgique a été le premier Etat membre à réaliser la possibilité offerte aux Etats membres par le Traité de Maastricht, de se faire représenter au Conseil par des ministres qui n'appartiennent pas au gouvernement national (L'article 146, inséré dans le Traité sur proposition de la Belgique et qui dès lors, pour la Belgique, n'entre pas en ligne de compte pour être renégocié lors de la CIG de 1996, prévoit que chaque Etat membre est représenté au Conseil par un représentant " au niveau ministériel, habilité à engager le gouvernement de cet Etat membre" ).
Daarenboven heeft België als eerste lidstaat een reële invulling gegeven aan de mogelijkheid die het Verdrag van Maastricht de lidstaten heeft geboden om zich in de Raad te laten vertegenwoordigen door ministers die niet uit de nationale regering komen (Artikel 146, op voorstel van België in het Verdrag ingeschreven en in de IGC van 1996 dan ook voor België niet vatbaar voor heronderhandeling, bepaalt dat elke lidstaat in de Raad vertegenwoordigd wordt door een vertegenwoordiger «op ministerieel niveau die gemachtigd is om de regering van de lidstaat die hij vertegenwoordigt te binden»).