5. plaide pour un recours à d'autres critères de détermination de l'éligibilité des RUP pour l'attribution des fonds structurels, étant donné que le
critère du PIB "par habitant" ne reflète pas leurs réalités spécifiques et est contraire à l'esprit du statut d'ultrapériphérie et au traité lui-même; demande à ce titre la mise en œuvre d'un critère particulier, répertoriant les RUP parmi les régions les moins développées, indépendamment de
leur niveau de PIB, cette approche étant la mieux adaptée à
leur situation particulière; insiste pour que, par ail
leur ...[+++]s, les taux de cofinancement pour les RUP soient de 85 % pour tous les instruments d'aide à ces régions; demande la prorogation du délai d'exécution des fonds dans les RUP en vue d'une meilleure exécution; 5. pleit voor het hanteren van andere criteria om de subsidiabiliteit van de UPR's in het kader van de structuurfondsen te bepalen, aangezien het criterium van he
t BBP per capita onvoldoende rekening houdt met de specifieke situatie van deze regio's en indruist tegen de bedoeling van de ultraperifere status en de geest de geest van het Verdrag zelf; vraagt daarom om toepassing van een specifiek criterium op grond waarvan UPR's ongeacht het niveau van hun BBP worden ingedeeld bij de minst ontwikkelde regio's, aangezien deze benadering het best aangepast is aan hun bijzondere situatie; dringt er bovendien op aan om voor de UPR's voor all
...[+++]e steuninstrumenten een cofinancieringspercentage van 85 % te hanteren; verzoekt om verlenging van de uitvoeringstermijn van de fondsen in de UPR's met het oog op een betere uitvoering;