19. estime qu'il convient d'attacher une plus grande attention à la situation particulière des groupes vulnérables et de renforcer la lutte contre l'intolérance religieuse, le racisme, la xénophobie, l'antisémitisme, l'islamophobie, la haine anti-Roms, l'homophobie et à la transphobie;
19. is van mening dat meer aandacht dient te worden besteed aan het bieden van een antwoord op de bijzondere situatie van kwetsbare groepen en aan de intensivering van de bestrijding van racisme, vreemdelingenhaat, antisemitisme, religieuze onverdraagzaamheid, islamofobie, zigeunerhaat, homofobie en transfobie;