16. est favorable à un renforcement du rôle des biocarburants véritablement durables, en particulier ceux de la deuxième génération, dans le paysage énergétique de l’Union, en tenant compte du changement indirect d’affectation des terres; met l’accent sur les avantages économiques, pour l'industrie européenne, du passage à la production de biocarburants de la de
uxième génération; remarque cependant qu’une éventuelle augmentation de la part des biocarburants doit être correctement préparée, faire l’objet d’une communication et d’une mise en œuvre efficaces, e
t être parfaitement ...[+++]harmonisée au niveau de l'Union, que tous les acteurs impliqués doivent être prêts à alimenter la combinaison de combustibles requise au moment de son introduction, et qu'il est du devoir des pouvoirs publics d'expliquer les conséquences de tout changement apporté à cette combinaison de combustibles; 16. pleit ervoor werkelijk duurzame biobrandstoffen, en met name biobrandstoffen van de tweede generatie, een belangrijker rol in de EU-energiemix te laten spelen, rekening houdend met onrechtstreekse wijziging van landgebruik (ILUC); benadrukt het economische voordeel voor de EU-industrie van een overschakeling op biobrandstoffen van de tweede generatie; merkt niettemin op dat bij iedere vergroting van het aandeel van biobrandstoffen een goede voorbereid
ing, en, idealiter, harmonisering in de EU, communicatie en uitvoering noodzakelijk zijn, dat alle rechtstreeks betrokkenen gereed moeten zijn om het gevraagde nieuwe brandstofmengsel
...[+++]op het moment van invoering te leveren en dat de overheidsinstanties een toelichting moeten geven op de gevolgen van een verandering van het brandstofmengsel;