C. considérant que le HCR a dénoncé le renvoi de 180 personnes le 17 mars dernier, et qu'il a déclaré qu'"il est loin d'être établi que l'Italie a pris les précautions nécessaires pour s'assurer qu'elle ne renvoie pas des réfugiés de bonne foi vers la Libye, qui ne saurait être considérée comme une terre d'asile sûre"; considérant que le HCR "regrette profondément le manque de transparence tant de la part des autorités italiennes que des autorités libyennes";
C. overwegende dat het Hoge Commissariaat voor de Vluchtelingen (HCR) de terugzending van 180 personen op 17 maart jl. veroordeeld heeft, waarbij hij verklaarde dat "het verre van vast staat dat Italië de nodige voorzorgsmaatregelen heeft genomen om ervoor te zorgen dat er geen bona fide vluchtelingen naar Libië werden teruggestuurd, omdat dit land niet als een veilig toevluchtsland kan worden beschouwd"; verder van oordeel dat het HCR "ernstig het gebrek aan transparantie betreurt dat zowel van de zijde van de Italiaanse als van de Libische autoriteiten aan de dag wordt gelegd",