2° 36 mois, pendant une période de référence de 45 mois, lorsque le régime de travail à temps partiel ne comporte pas en moyenne le nombre d'heures de travail hebdomadaire prévu au 1°, mais comporte en moyenne au moins 12 heures de travail par semaine ou le tiers au moins du nombre d'heures de travail hebdomadaire normalement prestées en moyenne par la personne de référence.
2° 36 maanden, tijdens een referteperiode van 45 maanden, wanneer de deeltijdse arbeidsregeling niet gemiddeld per week het aantal uren omvat voorzien in 1°, maar tenminste gemiddeld per week 12 uren omvat of ten minste het derde bedraagt van het normaal gemiddeld wekelijks aantal arbeidsuren van de maatman.