1. de garantir une mobilité de base minimale aux usagers des transports en commun, afin qu'ils puissent se rendre à leur travail et en revenir dans des conditions acceptables de confort, et dans des délais raisonnables avant et après les heures de bureau, conformément aux horaires réguliers des transports en commun;
1. Een minimale gewaarborgde basismobiliteit voor de gebruikers van het openbaar vervoer te verzekeren opdat die zich op een comfortabele manier, binnen een redelijke termijn voor en na de kantooruren, overeenkomstig de dienstregeling van het geregeld vervoer, van en naar het werk zouden kunnen begeven.