3. Les auteurs parties civiles, parties lésées et créanciers du condamné peuvent exécuter suivant leurs privilèges propres ou en tant que créancier chirographaire, leurs créances sur les biens et valeurs saisis (hormis ceux qui pourraient servir à la manifestation de la vérité) et confisqués (2), autres que ceux visés au point 2.
3. De andere burgerlijke partijen, benadeelde partijen en schuldeisers van de veroordeelde kunnen hun schuldvorderingen naar hun eigen voorrechten of als gewone schuldeiser uitoefenen op de andere goederen en waarden dan die bedoeld onder punt 2, die in beslag werden genomen (behalve die welke kunnen dienen om de waarheid aan het licht te brengen) en die verbeurd werden verklaard (2).