La ministre réfute la critique de M. Hugo Vandenberghe selon laquelle la présente décision-cadre violerait le principe de la primauté du droit supranational en ce qu'elle abrogerait une norme hiérarchiquement plus élevée : la Convention européenne d'extradition du 13 décembre 1957.
De minister weerlegt de kritiek van de heer Hugo Vandenberghe dat het voorliggende kaderbesluit, in strijd met het beginsel van het primaat van het supranationaal recht, het hiërarchisch hogere Europees Verdrag van 13 december 1957 betreffende uitlevering zou opheffen.