Concrètement, le rééquilibrage entre ces acides gras passe par une réduction des sources d'acide linoléique (huiles de maïs, tournesol ..) au profit des sources d'ALA (huiles de colza, lin, noix, soja, certains aliments issus d'animaux nourris avec une ration riche en oméga-3) et de EPA et DHA (poissons, surtout les espèces grasses telles que saumon).
Concreet realiseert men een gezond evenwicht tussen deze vetzuren door een vermindering van bronnen van linolzuur (maïsolie, zonnebloemolie, ..) ten voordele van bronnen van ALA (koolzaad-, lijn-, noten- en sojaolie) en van EPA en DHA (vis, vooral vette soorten zoals zalm, bepaalde voedingsmiddelen afkomstig van dieren die zijn gekweekt met rantsoenen die veel omega-3 bevatten).