2. Dans le cas où le directeur refuse ou n'est pas en mesure de se conformer au paragraphe 1, la Commission désigne un fonctionnaire de la Commission pour exercer, en qualité de directeur exécutif intérimaire, les fonctions attribuées au directeur exécutif pendant une période n'excédant pas dix‑huit mois, dans l'attente des nominations prévues à l'article 56.
2. Indien de directeur niet bereid of in staat is te handelen overeenkomstig lid 1, wijst de Commissie, in afwachting van de in artikel 56 bedoelde benoemingen, voor ten hoogste 18 maanden een ambtenaar van de Commissie aan om op te treden als uitvoerend directeur ad interim en de aan de uitvoerend directeur toegewezen taken uit te voeren.