Le Ministre flamand chargé de l'assistance aux personnes nomme dans chaque prov
ince une réserve de membres non-fonctionnaires, plus particulièrement : 1° douze membres dans la province de Flandre occidentale, du Brabant flamand et du Limbourg ; 2° quinze membres dans la province de Flan
dre orientale ; 3° dix-huit membres dans la province d'Anvers ; Les membres, les présidents et les préside
nts suppléants sont nommés pour une période de ...[+++] cinq ans.
De Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, benoemt in elke provincie een pool van leden niet-ambtenaren, meer bepaald : 1° twaalf leden in de provincie West-Vlaanderen, Vlaams-Brabant en Limburg; 2° vijftien leden in de provincie Oost-Vlaanderen; 3° achttien leden in de provincie Antwerpen. De leden, voorzitters en plaatsvervangende voorzitters worden benoemd voor een periode van vijf jaar.