Si les expériences ou les essais envisagés, visés aux paragraphes précédents, sont susceptibles d'avoir des effets nocifs sur la santé humaine ou animale ou d'avoir une incidence défavorable inacceptable sur l'environnement, le Ministre peut soit les interdire, soit les autoriser sous réserve de toutes les conditions qu'il juge nécessaires pour prévenir ces conséquences.
Indien de voorgenomen experimenten of proeven, bedoeld in de voorgaande paragrafen van dit artikel, schadelijke gevolgen voor de gezondheid van mens of dier of onaanvaardbare nadelige effecten op het milieu kunnen hebben, kan de Minister ze verbieden of slechts toestaan onder de voorwaarden die ter voorkoming daarvan nodig worden geacht.