20. invite instamment l'Union européenne et ses États membres, vu le déroulement de la co
nsultation publique menée au titre de l'article 96 de l'accord de Cotonou, à envisager de g
eler toute aide non humanitaire au gouvernement du Burundi
jusqu'à ce que cessent le recours excessif à la force et les violations des droits de l'homme par les forces gouvernementales, comme le rapporte le Haut-commissariat des Nations unies aux droits de l'homme, et qu'un véritable dialogue int
...[+++]erburundais ait débouché sur une solution politique, et à réorienter l'aide de manière à renforcer la société civile; estime que l'aide de l'UE devrait s'attaquer aux problèmes qui sont au cœur des inégalités, de la pauvreté et de la malnutrition chronique afin de réaliser les objectifs de développement durable arrêtés dernièrement; 20. dringt er bij de EU en haar lidstaten op aan, gezien de wijze waarop het overeenkomstig artikel 96 van de Overeenkomst van Cotonou gevoerde overleg zich heeft ontwikkeld, om na te denken over het
bevriezen van alle niet-humanitaire hulp aan de Burundese regering, totdat het buitensporige geweld en de mensenrechtenschendingen door regeringstroepen, zoals gedocumenteerd door het OHCHR, ophouden en er via een echte inter-Burundese dialoog een politieke oplossing is gevonden, de hulp een andere bestemming te geven, om het maatschappelijk middenveld te
versterken; is van mening ...[+++] dat de hulp van de EU de fundamentele problemen van ongelijkheid, armoede en chronische ondervoeding moet aanpakken, om de onlangs goedgekeurde duurzame ontwikkelingsdoelstellingen te realiseren;