La Cour constate toutefois qu'en cas de dépassement de la période mentionnée - sauf dans les hypothèses explicitement mentionnées à l'article 60, alinéa 3, qui ne sont pas en cause en l'espèce -, la diminution du précompte immobilier est refusée sans distinguer la raison de l'inoccupation.
Het Hof stelt echter vast dat, bij het overschrijden van de vermelde periode - behoudens in de gevallen die uitdrukkelijk zijn vermeld in artikel 60, derde lid, die te dezen niet in het geding zijn - de vermindering van de onroerende voorheffing wordt geweigerd zonder onderscheid naar de reden van leegstand.