En ce qui concerne l'alinéa 3, qui prive le contribuable (en l'occurrence la compagnie de navigation saoudienne) du droit aux intérêts moratoires prévu par l'article 418 du Code des impôts sur les revenus (CIR) sur les restitutions d'impôts établis contrairement à la conventi
on, une disposition identique figurait dans l'avant-projet de loi relative à l'avenant du 8 février 1999 à la Convention franco-belge préventive des doubles impositions, mais n'a pas été maintenue par le gouvernement à la suite de l'avis du Conseil d'État, qui a fait observer qu'on n'apercevait pas la justification de cette dérogation au droit commun et que, dès lors
...[+++], celle-ci pourrait être jugée par la Cour d'arbitrage comme contraire au principe constitutionnel d'égalité.In verband met het derde lid, dat ertoe strekt de belastingplichtige (in casu de Saoedische luchtvaartmaatschappij) het in artikel 418 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen (WIB) vastgestelde recht te ontnemen op de moratoriumintresten op de terugbetalingen van belastingen die met schending van de overeenkomst gevestigd zijn, was in het voorontwerp van wet betreffende de aanvullende overeenkomst van 8 februari 1999 bij de Overeenkomst tussen België en Frankrijk ter voorkoming van dub
bele belasting, een identieke bepaling opgenomen die door de regering niet is gehandhaafd als gevolg van het advies van de Raad van State, die erop hee
...[+++]ft gewezen dat hij geen reden zag om aldus af te wijken van het gemeen recht en die afwijking door het Arbitragehof bijgevolg strijdig zou kunnen worden geacht met het grondwettelijk gelijkheidsbeginsel.