Étant donné que la carte d'identité peut être utilisée en lieu et place du passeport dans les États membres du Conseil de l'Europe en vertu de l'Accord européen précité du 13 décembre 1957, on peut soutenir, par identité de motif, qu'elle puisse comporter également des mentions plurilingues, dont l'anglais étant l'une des langues officielles du Conseil de l'Europe.
Aangezien de identiteitskaart krachtens het voormelde Europees Akkoord van 13 december 1957 in de Lidstaten van de Raad van Europa gebruikt kan worden ter vervanging van het paspoort, kan men, door gelijkheid van grond, bevestigen dat zij eveneens meertalige vermeldingen kan bevatten vermits het Engels één van de officiële talen van de Raad van Europa is.