II. - Ayants droit Art. 2. Ont droit à un complément d'entreprise à charge du "Fonds de sécurité d'existence les exploitations forestières", les ouvrie(è)r(e)s : 1° dont le licenciement a été signifié, sauf en cas de motif grave au sens de la législation sur les contrats de travail, et pour lesquels; 2° les droits sont verrouillés en vertu de l'article 3, § 2 de l'arrêté royal du 3 mai 2007 et en vertu de la convention collective de travail n° 107 du 28 mars 2013.
II. - Rechthebbenden Art. 2. Komen in aanmerking voor een bedrijfstoeslag uitgekeerd door het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de bosontginningen", de arbeid(st)ers : 1° die worden ontslagen, behalve om een dringende reden in de zin van de wetgeving betreffende de arbeidsovereenkomsten, en wiens; 2° rechten zijn vastgeklikt op basis van artikel 3, § 2 van het koninklijk besluit van 3 mei 2007 en op basis van collectieve arbeidsovereenkomst nr. 107 van 28 maart 2013.