5. souligne que les négociations directes entre Israéliens et Palestiniens en vue de la solution des deux États doivent reprendre sans délai et conformément au calendrier préconisé par le Quatuor, afin qu'il soit mis un t
erme à un statu quo inacceptable; se félicite de l’échange de lettres entre les parties, initié le 17 avril 2012, et de la déclaration commune faite par Israël et l’Autorité palestinienne le 12 mai 2012; exhorte les deux parties à s'appuyer sur les contacts actuels; souligne de nouveau qu'il convient d'éviter toute action susceptible d'hypothéquer la conclusion d'un accord négocié et qu'aucune modification des frontiè
...[+++]res antérieures à 1967, autre que celles convenues entre les parties, y compris concernant Jérusalem, ne devrait être acceptée; juge primordial qu'aucune résolution consécutive ne porte atteinte à la dignité de chacune des deux parties; réaffirme que toutes les colonies demeurent illégales au regard du droit international et demande au gouvernement d’Israël de cesser la construction et le développement de colonies en Cisjordanie et à Jérusalem Est; appelle à une cessation des tirs de roquettes sur Israël depuis la bande de Gaza et souligne la nécessité d'une trêve permanente; 5. wijst erop dat de rechtstreekse onderhandelingen over een tweestatenoplossing tussen Israëliërs en Palestijnen onverwijld en aan de hand van de door het Kwartet voorgestelde termijnen moeten worden hervat met het oog op een oplossing voor de onaanvaardbare status quo; is verheugd over de briefwisseling tussen de partijen waartoe het initiatief op 17 april 2012 is genomen en de gemeenschappelijke verklaring van Israël en de PA van 12 mei 2012; dringt er bij beide zijden op aan op de huidige contacten voort te bouwen; onderstreept eens te meer dat alle stappen die de kansen op een via onderhandelingen tot stand te brengen akkoord kunnen ondermijnen, moeten worden vermeden en dat geen andere wijzigingen van de grenzen van vóór 1967, incl
...[+++]usief met betrekking tot Jeruzalem, zullen worden erkend dan degene die door de partijen zijn overeengekomen; wijst erop dat eventueel hieruit voortvloeiende resoluties de waardigheid van beide partijen niet mogen aantasten; herhaalt dat alle nederzettingen uit hoofde van het internationaal recht illegaal blijven en verzoekt de Israëlische regering een eind te maken aan elke bouw en uitbreiding van nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever en in Oost-Jeruzalem; dringt aan op stopzetting van de raketaanvallen tegen Israël vanaf de Gazastrook en onderstreept de noodzaak van een blijvend staakt-het-vuren;