La disposition de la loi du 29 jui
n 1975 relative aux implantations commerciales qui est visée par la question préjudicielle entendait tenir compte non seulement des impératifs de l'aménagement du territoire, mais également de la situation socio-économique pour la délivrance des permis de bâtir de nouv
elles implantations commerciales (Doc. parl., Chambre, 1974-1975, n° 609/5, p. 2) qui exercent une influence sur la concurrence économique, la viabilité des
centres commerciaux existants ...[+++], l'emploi, la circulation et l'environnement.
De in de prejudiciële vraag voorgelegde maatregel in de wet van 29 juni 1975 betreffende de handelsvestigingen, beoogde rekening te houden, niet alleen met de vereisten van de ruimtelijke ordening, maar tevens met de sociaal-economische toestand bij de afgifte van bouwtoelatingen voor nieuwe handelsvestigingen (Gedr. St., Kamer, 1974-1975, nr. 609/5, p. 2) die een weerslag hebben op de economische mededinging, de leefbaarheid van de bestaande handelscentra, de werkgelegenheid, het verkeer en het milieu.