Le président insiste sur l'importance de cette justification, car celle-ci trouve un équilibre entre, d'une part, le simple établissement d'une présomption légale en faveur d'associations de protection de l'environnement au sens strict du terme et, d'autre part, l'extension d'une présomption légale à toutes les personnes morales qui défendent « un » intérêt collectif.
De voorzitter benadrukt het belang van deze verantwoording omdat zij een evenwicht vindt tussen het enkel instellen van een wettelijk vermoeden ten voordele van milieuverenigingen in de enge betekenis van het woord en het uitbreiden van een wettelijk vermoeden tot alle rechtspersonen die « een » collectief belang nastreven.