Toutefois, pour des raisons de cohérence fiscale, il peut être admis que le nouveau régime de déduc
tion précité puisse également trouver à s'appliquer dans le chef d'un contribuable marié qui n'est pas propriétaire, possesseur, emphytéote, superficiaire ni usufruitier d'une habitation propre et unique, mais dont la moitié du revenu cadast
ral est en principe imposable, dans son chef en vertu de l'article 127, 3º, CIR1992, pour autant que ce conjoint soit également débiteur
...[+++]de l'emprunt hypothécaire contracté en vue d'acquérir ou de conserver cette habitation et remplisse toutes les autres conditions visées aux articles 104, 9º, et 115, CIR1992.
Om redenen van fiscale coherentie kan echter worden aangenomen dat voormeld nieuw stelstel van aftrek eveneens van toepassing is bij een gehuwde belastingplichtige die geen eigenaar, bezitter, erfpachter, opstalhouder of vruchtgebruiker is van een eigen en enige woning, maar waarvan de helft van het kadastrale inkomen krachtens artikel 127, 3º, WIB1992, in principe bij hem belastbaar is, voor zover die echtgenoot eveneens schuldenaar is van hypothecaire lening die werd gesloten om die woning te verwerven of te behouden en aan alle voorwaarden van artikel 104, 9º en 115, WIB1992 is voldaan.