Il ressort des faits des causes pendantes devant le juge a quo, des motifs des décisions de renvoi et des dispositio
ns précitées que la Cour est interrogée sur la compatibilité, avec les articles 10 et 11 de la Constitution, de l'article 134, § 1 , précité, du CIR 1992, éventuellement combiné avec l'article 140 du même Code et avec l'article 23, § 2,
1°, précité, de la convention prév
entive de la double imposition entre la Belgique et le Luxembourg, en ce que l'article 134
...[+++], § 1 , précité, du CIR 1992 introduirait, même lorsque le revenu d'un époux ou d'un cohabitant légal est exempté conformément à l'article 23, § 2, 1°, précité, de la convention préventive de la double imposition entre la Belgique et le Luxembourg, une différence de traitement entre les couples mariés et les cohabitants légaux, d'une part, et les couples vivant en cohabitation de fait, d'autre part.U
it de feiten van de voor de verwijzende rechter hangende zaken, de motieven van de verwijzingsbeslissingen en de voormelde bepalingen blijkt dat aan het Hof een vraag wordt gesteld over de bestaanbaarheid, met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, van het voormelde artikel 134, § 1, van het WIB 1992, eventueel in samenhang gelezen met artikel 140 van hetzelfde Wetboek en met het voormelde artikel 23, § 2, 1°, van de overeenkomst tussen België en Luxemburg tot het vermijden van dubbele belasting, in zoverre het voormelde artikel 134, § 1, van het WIB 1992, zelfs wanneer het inkomen van een echtgenoot of van een wettelijk samenwonende is
...[+++] vrijgesteld overeenkomstig het voormelde artikel 23, § 2, 1°, van de overeenkomst tussen België en Luxemburg tot het vermijden van dubbele belasting, een verschil in behandeling zou invoeren tussen de gehuwde koppels en de wettelijk samenwonenden, enerzijds, en de koppels die feitelijk samenwonen, anderzijds.