5. affirme une nouvelle fois que toute nouvelle initiative en faveur d'une UEM solide et véritable, basée sur la stabilité, la croissance durable, la solidarité et
la démocratie doit impérativement s'appuyer sur la méthode communautaire; souligne que les institutions devraient développer une coopération mutuelle et sincère; prie instamment la Commission, lorsqu'elle examinera les options de renforcement de la dimension sociale de l'union économique et monétaire, de prendre en considération les besoins des États membres en matière d'investissement public, eu égard notamment aux objectifs en matière d'inclusion soc
iale et d' ...[+++]éducation fixés par la stratégie Europe 2020;
5. herhaalt nogmaals dat elk toekomstig initiatief voor een diepgaande en echte EMU, gebaseerd op stabiliteit, duurzame groei, solidariteit en democratie absoluut moet worden ontwikkeld op basis van de communautaire methode; benadrukt dat de instellingen een werkelijke samenwerking moeten aangaan; verzoekt de Commissie met klem om bij de overweging van maatregelen ter versterking van de sociale dimensie van een economische en monetaire unie, te kijken naar de behoefte aan openbare investeringen in de lidstaten, met name investeringen met betrekking tot de sociale en de onderwijsdoelstellingen in het kader van de Europa 2020-strategie;