22. estime que le soutien à la démocratie, à l'état de droit, à la bonne gouvernance, à la consolidation de l'État, aux droits de l'homme et aux libertés fondamentales sont au cœur de la PEV; souligne qu'aucune politique participant à mettre en péril ces valeurs fondamentales ne devrait être adoptée dans le cadre de la PEV; insiste sur le fait que l'Union et ses États membres devraient mettre en place des mesures incitatives et offrir leur savoir-faire pour entreprendre et appuyer des réformes démocratiques et pour relever les défis politiques, économiques et sociaux;
22. vindt dat steun voor democratie, de rechtsstaat, goed bestuur, de staatsopbouw en de mensenrechten en fundamentele vrijheden centraal moet staan in het ENB; onderstreept dat in het kader van het ENB geen beleidsmaatregelen mogen worden vastgesteld die deze kernwaarden in gevaar brengen; benadrukt dat de EU en de lidstaten stimulerende maatregelen moeten nemen en hun knowhow moeten aanbieden met het oog op de doorvoering en ondersteuning van democratische hervormingen en het overwinnen van de politieke, economische en maatschappelijke problemen;