Le mandat d'arrêt est signifié à l'inculpé, soit dans les vingt-quatre heures à compter de la privation de liberté effective ou, lorsque le mandat d'arrêt est décerné à charge d'un inculpé déjà détenu sur le fondement d'un mandat d'amener, à compter de la signification de ce dernier, soit dans le délai fixé dans l'ordonnance de prolongation conformément à l'article 15bis »
Het bevel tot aanhouding wordt aan de verdachte betekend hetzij binnen vierentwintig uren, te rekenen van de effectieve vrijheidsbeneming of, indien het bevel tot aanhouding verleend wordt tegen een verdachte die op grond van een bevel tot medebrenging aangehouden is, te rekenen van de betekening van dit bevel, hetzij binnen de termijn bepaald in het bevel tot verlenging overeenkomstig artikel 15bis».