« Les travailleurs licenciés visés à l'article 1bis, âgés de 55 ans et plus au moment de la fin du contrat de travail et qui peuvent, à ce moment, justifier de 33 ans de passé professionnel comme salarié, calculé conformément à l'article 114, § 4, alinéa 2, de l'arrêté royal du 25 novembre 1991 portant la réglementation du chômage et qui ont droit à une indemnité complémentaire, restent assujettis aux conditions fixées au titre II de l'arrêté royal du 25 novembre 1991 précité, à l'exception des articles 48, § 1, alinéa 1, 2°, 51 à 53 inclus, 56 à 58 inclus, 60 à 62 inclus, 72 et 79 à 88 inclus».
« De ontslagen werknemers bedoeld in artikel 1bis die 55 jaar en ouder zijn op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst en die op dat ogenblik 33 jaar beroepsverleden als loontrekkende kunnen rechtvaardigen berekend overeenkomstig artikel 114, § 4, tweede lid, van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering en die gerec
htigd zijn op een aanvullende vergoeding, blijven onderworpen aan de voorwaarden vastgesteld in titel II van voornoemd koninklijk besluit van 25 november 1991 met uitzondering van de artikelen 48, § 1, eerste lid, 2°, 51 tot en met 53, 56 tot en met 58, 60 tot en me
...[+++]t 62, 72 en 79 tot en met 88».