« - L'article 4, alinéa 4, de la loi du 24 février 1978 relative au contrat de travail du sportif rémunéré viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution en ce qu'il découle de son application que le sportif rémunéré qui dénonce avant terme son contrat de travail conclu pour une durée déterminée et dont la rémunération annuelle s'élève à plus de 98.526,10 euros doit, le cas
échéant, payer une indemnité de rupture qui peut atteindre jusqu'à 36 mois de rémunération, alors que l'employé qui se trouve dans la même situation, mais qui relève de la loi du
...[+++]3 juillet 1978 relative aux contrats de travail, doit payer une indemnité de rupture de 12 mois au maximum ?« - Schendt artikel 4, lid 4, van de wet van 24 februari 1978 betreffende de arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars de artikelen 10 en 11 van de Grondwet doordat uit de toepassing ervan volgt dat de betaalde sportbeoefenaar die zijn voor bepaalde tijd gesloten arbeidsovereenkomst verbreekt vóór het verstrijken van de termijn ervan en wiens jaarloon meer dan 98.526,10 EUR bedraagt, in voork
omend geval een beëindigingsvergoeding dient te betalen die kan oplopen tot 36 maanden loon, daar waar de bediende die in dezelfde situatie verkeert maar die onder de toepassing valt van de Arbeidsovereenkomstenwet van 3 juli 1978 een beëind
...[+++]igingsvergoeding van maximaal 12 maanden loon dient te betalen ?