1. estime que l'accord couvrant la période postérieure à 2020 devra intégrer les multiples arrangements, contraignants ou non, pris au titre de la convention-cadre des Nations unies sur les changements climatiques et du protocole de Kyoto
en un régime unique global et cohérent liant l'ensemble des parties; souligne que l'accord couvrant la période postérieure à 2020 ne doit plus diviser le monde en deux catégories de pays, à savoir les pays «en développement» et «industrialisés», mais doit prévoir une contribution de chaque pays conforme aux principes des RCMDCR; est convaincu, à cet égard, que les réductions des émissions calculées sur la
base d'un ...[+++]e série d'indicateurs tels que le PIB par habitant, l'accès aux technologies et l'indice de qualité de vie, entre autres, constituent un outil valable; 1. is van mening dat in de overeenkomst voor de periode na 2020 de huidige lappendeken van bindende en niet-bindende regelingen krachtens het VN-klimaatverdrag en het Protocol van Kyoto moet worden samengebracht in één enkel alomvattend, coherent en voor alle partijen bindend stelsel; benadrukt dat de overeenkomst voor de periode na 2020 de wereld niet meer moet verdelen in de categorieën „ontwikkelingslanden” of „geïndustrialiseerde landen”, maar van elk land moet verwachten dat ze een bijdrage leveren volgens het beginsel van gezamenlijke, doch verschillende verantwoordelijkheden en respectieve mogelijkheden; gelooft in dit verband dat emissiereducties die worden berekend op b
asis van een aantal ...[+++]indicatoren, zoals het bbp per capita, toegang tot technologie, een index voor de kwaliteit van leven en andere indicatoren, een nuttig instrument kunnen zijn;