2. Pour les programmes opérationnels dont le dernier avis d'audit indique l'absence de dysfonctionnement important, la Commission peut convenir avec l'autorité d'audit lors de la réunion suivante visée à l'article 118, paragraphe 3, que le degré d'intensité du travail d'audit peut être abaissé de manière à être proportionné au risque établi.
2. Voor operationele programma's waarvoor het recentste auditoordeel niet op significante tekortkomingen wijst, kan de Commissie op de eerstvolgende vergadering als bedoeld in artikel 118, lid 3, met de auditautoriteit overeenkomen minder auditwerkzaamheden te verrichten, zodat deze werkzaamheden evenredig zijn met het vastgestelde risico.